Laos

Het oversteken van de grens met Laos ging vrij vlot en na een lange hobbelige rit kwamen we ’s ochtends aan Luang Prabang. In het hostel ontmoette ik Lara, een Duits meisje met wie ik de volgende dag naar de Kuang si falls ben gegaan. Deze prachtige waterval bestaat uit meerdere plateaus gevuld met helder blauw/groen water waar je heerlijk in kunt zwemmen. Ook is er een opvang voor Aziatische zwarte beren op het terrein.

Elke avond is er markt in Luang Prabang waar ze de leukste handgemaakte spulletjes verkopen. Hierna zijn de kroegen nog maar even open (véélste vroeg voor de gemiddelde backpacker) waardoor het feestje word doorgezet op de bowlingbaan, het enige plekje waar je nog een drankje kunt bestellen. Leuk, is een keer wat anders!
We hebben nog een dagje tempels bezocht en de volgende dag heb ik de bus naar Vang Vieng gepakt. Hier heb ik een kajaktour gedaan. Onderweg stopten we bij een grot waar we in een rubberband naar binnen zijn gegaan. Via een touw trok je jezelf dan naar voren. Gave ervaring, het is pikkedonker en op sommige plaatsen is de grot erg laag/smal wat het toch ook wel een beetje spannend maakt..
Na een uitgebreide BBQ lunch zijn we in een paar uurtjes weer terug gekajakt naar het hostel. Daar kwam ik de 2 Canadeze jongens tegen (met wie ik op koh Phangan ben omgegaan) en we zijn die avond maar weer eens goed wezen stappen in Vang Vieng.
Na nog een dagje gechilld te hebben zijn we naar Vientiane gegaan. Dit is de hoofdstad van Laos. Laos is lange tijd een Franse kolonie geweest en dit is overal nog goed te zien. De huizenbouw, de Franse namen (van straten,winkels, hotels) en natuurlijk de baguettes die je overal kunt krijgen.

Na Vientiane heb ik de nachtbus genomen naar Pakse. In deze nachtbussen zijn bedden ingebouwd waar je dan met nog één persoon in kunt slapen. Best comfortabel , al voelt het wat vreemd om met een wildvreemde het bed te delen;p In Pakse sliep ik een erg mooi hostel en had erg leuke kamergenoten met wie ik daar 2 dagen de omgeving van Pakse (het Bolaven plateau) heb verkend. Erg bijzonder om door deze niet toeristische gebieden te rijden. Hierdoor zie je het echte leven van de gemiddelde Laotiaan. Deze is vaak erg armoedig. Je ziet veel mensen die erg hard werken, ook veel kinderen en de huisjes bestaan uit niet meer dan een paar planken. Toch is er altijd tijd voor een groet of een lach, dit zet je wel aan het denken.. Daarna ben ik alleen weer verder gegaan naar de “Four thousand islands” deze eilanden liggen in de rivier de Mekong in het zuiden van Laos tegen de grens met Cambodja. Ik verbleef op Don Det, een klein backpackersparadijsje met schattige bungalows, chille restaurants en kroegjes.

Bij aankomst ontmoette ik Georgie een Australisch meisje met wie ik besloot samen een bungalow te delen. Die middag ontmoetten we nog een stel jongens met wie we ’s avonds de barretjes zijn ingedoken. Daarna word er elke avond een kampvuurtje gemaakt op het kleine strandje waar muziek klinkt, spannende verhalen worden verteld en waar sommigen zich wagen aan een nachtelijke duik in de Mekong;)
De volgende dag hebben we fietsen gehuurd en zijn we naar het naastgelegen Don Khong gefietst (deze eilanden zijn met een brug verbonden) Hier is Georgie naar de dokter gegaan omdat ze veel pijn had in haar oor. De dokter sprak alleen geen Engels en verwees haar door naar het ziekenhuis. En dus is ze die dag vertrokken:( Ik ben op het eiland gebleven en ben de volgende dag gaan kayakken. We hebben 2 watervallen bezocht en de zeldzame Irrawaddydolfijnen gespot. Ook kwam ik tijdens deze trip mijn kamergenoten van Pakse weer tegen met wie ik nog twee dagen ben omgegaan daar. Erg gezellig!
En toen zat Laos er al weer op.. Ik vond het een prachtig land met een mooie natuur, een vriendelijke bevolking en heb zeker veel indrukken opgedaan. Wat mij ook echt opviel in Laos zijn de vlinders. Ik zag ze werkelijk waar overal! Prachtig:D